dinsdag 20 april 2010

Rob Zijlstra wint Groninger persprijs

De rechtbankverslaggever Rob Zijlstra van het Dagblad van het Noorden heeft de persprijs van het Genootschap Groninger Persprijs 2010 gewonnen.
Zijlstra schrijft over veelplegers en andere delinquenten die hij wekelijks voor de Groninger rechtbank ziet verschijnen. Daarnaast beschrijft hij zijn ervaringen in een veelgelezen weblog.

Andere genomineerden voor de persprijs waren Cunera van Selm van RTV Noord, Andor Heij van OOG TV en persfotograaf Corné Sparidaens. De Groninger persprijs werd dit jaar voor de derde keer uitgereikt. Eerdere winnaars waren Herman Sandman (2008) en Reyer Boxem (2009).

zaterdag 10 april 2010

Moord in Markant, Misdaad aan de Markt

Nederlands best verkopende auteur van misdaadromans komt naar Emmen. In café Markant is op 28 april 2010 een literaire avond met als thema: Moord in Markant, Misdaad aan de Markt.
Belangrijkste gastis René Appel (1945), taalwetenschapper en gevierd auteur van o.a. 'Loverboy', 'Doorgeschoten', 'Misdaad wordt gestraft' en vele, vele (meer dan 25 inmiddels) andere misdaadromans. Onlangs verscheen nog 'Twee Kanten'. Ook is Appel bekend geworden als scenarioschrijver.
Daarnaast misdaadverslaggever Rob Zijlstra (1963) van het Dagblad van het Noorden en auteur van twee delen 'Zittingszaal 14', een deskundige op het gebied van de Noord-Nederlandse dagelijkse misdaad- en rechtspraakpraktijk.

Muzikale medewerking wordt verleend door het koor Heerlijk Leed uit Emmen met enkele speciaal voor deze avond ingestudeerde misdaadliederen.

De presentatie van de avond is in handen van Joep van Ruiten en de avond wordt georganiseerd door Stichting Taalpodium Emmen (STEM).
· Datum: 28 april 2010
· Aanvang: 19.30 uur
· Plaats: Café Markant (aan de Markt in Emmen)
· Entree: gratis

Extra:
Primeur: voor het eerst voor het voetlicht het Light Verse Collectief LOFTROMPET met Rob Boudestein, Ben Hoogland, Gezienus Omvlee enTon Peters

dinsdag 6 april 2010

Prachtfinale Taal an Taofel in Sleen

Op een frisse lentemorgen in theaterboerderij De Deel was het laatste, vierde deel, van het Taal an Taofel-programma 2009/2010.
Deelnemers: Marga Kool, Jennie Lambers-Niers en Harm en Roelof. De presentatie is in handen van Gezienus Omvlee en Ina Luis.

De zaal is vanaf 10.45 al zo goed als vol. Een uitverkocht huis. Marga Kool (naast dichteres auteur van ‘Een kleine wereld’), met van Roel Reintjes geleende woorden de koningin van de Drentse poëzie genoemd, begint met vroeg werk: ‘Opoe’, ‘Schizofreen’ en ‘Achter oen ogen’, (het titelgedicht van haar eerste bundel) een mooi gedicht over zorgen, liefde en het onbesproken laten van wat je raakt.
Dan uit ‘Hoogspanning’, haar tweede bundel, ‘Mijn kind droomt’ en ‘Kleine vrömde’ over kinderlijke verlegenheid, dit in tegenstelling tot het vers ‘Punkdochter’ uit de 3e bundel ‘Kleine Kathedraal’. Glasheldere voordracht voor een muisstil publiek. Veel voorkomend thema bij Marga Kool is (het verglijden van) de tijd.

Jannie Lambers-Niers heeft het bijbelverhaal van Jona uit het Hebreeuws in het Drents vertaald. Zoals zoveel bijbelse verhalen moet je dit sprookjesachtige verhaal van Jona, die drie dagen in de buik van een walvis overleeft en na een indringend gebed wordt uitgespuwd, niet letterlijk nemen. Daarna komt een herkenbaar verhaal ‘Braand’ over een oud-brandweerman die, met als oorzaak een klein mannelijk gebrek, <”in die tijd bestond Viagra nog niet”> als brandstichter verder denkt te komen. Door de pyromanie komt een zwerver jammerlijk aan zijn einde.

Dan Harm & Roelof met een cabaretesk nummer ‘Tante Griet en ome Derk’ over het probleem van vroeg opstaan voor de kerkdienst op zondagochtend. Op humorvolle wijze wordt Derk beschreven die door slaaptekort in slaap sukkelt onder de dienst, maar, ‘Zo’n zundagsdienstie, daor knap je fijn van op.’
‘Veur op de deel’, waarin met een herkenbaar, zintuiglijk beschreven, ‘deelgevoel’ de kracht van de natuur naadloos wordt verbonden aan die van de cultuur. Na een korte inleiding over het pas opgerichte monument in Sleen voor de familie Hekscher, het nummer ‘Drents wichie’ een mooi en gevoelig nummer over een Joods meisje dat opgroeit in een kleine, beschermde, zorgeloze wereld en geen weet heeft van Auschwitz. Dan, nog net voor de warme maaltijd, ‘Tante Aaltie’ over veranderende mores bij familiereünies.

De vlot georganiseerde warme maaltijd (gecaterd door ’t Wapen van Emmen) brengt alle Taal an Taofelbezoekers in de benen en dan kondigt Ina Luis deel II aan.

Marga Kool geeft een klein college literaire theorie door kort in te gaan op de verschillen poëzie, proza, liedteksten, voordracht, rijmsels. Met de rust en duidelijkheid van een ervaren nieuwslezeres leest ze –zonder autocue- vertalingen van Rilke (‘Harfstdag’) en Vasalis (‘De idioot in bad’) voor. We horen een vakvrouw pur sang. Marga Kool besluit met ‘Mien mamme’s handen’, en het prachtige vers ‘Ploegseizoen’ (over de rechte condenssporen van vliegtuigen die doen denken aan de kaarsrechte ploegvoren van haar vader) en ‘Winter begunt’ over alle jeugdherinneringsingrediënten waar plattelanders op leven (van borstrokken, levertraan, nieuwjaarsvisite, breiwerk, jagers, bomijs, kruiken tot kerstfeest). Tot slot ‘Wit’ over oud worden. Je kunt zien dat het publiek geniet.

Jennie Lambers deed ooit mee aan een schrijfwedstrijd van Huus van de Taol en leest ‘Vergeefs’ voor over domineesvrouw Janke en buurman Harm, die vrouwen aankijkt met een koekeurdersblik, maar Janke betaalt hem met gelijke munt. Toch ontpopt Janke zich als een kleptomane maar (haar man) ‘Berend zijn God was echter niet thuis’. Een open einde geeft stof tot nadenken.

Dan vertier en reuring met Harm & Roelof, een meezinger ‘Maar … mens arger je niet’ over de klaagcultuur op verjaardagen, tijdens zangrepetities en van Oom Jans die naast een camping woont en bang is voor (niet bestaande) overlast. ‘November’ is een inventarisatie van de geneugten uit de 11e maand, ondersteund door een combo op c.d., gevolgd (in een uitloop van een Drents kwartiertje) door ‘In gedachten bij mij’, een prachtig nummer met even prachtige pianomuziek, over de steun in ontelbare nachten van ….


Tekst: Klaas van der Meulen
Foto: Raymond Francois